Werk van buiten naar binnen
Begin bij de vraag naar een oplossing.
Daarna werk je naar binnen.
Verbind alles wat je hebt gevonden.
Alls iets niet verbonden geen verbinding heeft, gooi het dan weg.
Zorg dat de verbanden consistent zijn en van buiten naar binnen lopen.
De gebruiker -- gebruikt een functie -- heeft daarvoor iets nodig -- dat gemaakt moet worden.
Werk met kleine elementen
Zaken lijken complex en zijn het vaak niet.
Dat komt omdat afhankelijkheden tussen elementen niet duidelijk zijn.
Grote elementen hebben veel afhankelijkheden.
Je ziet niet makkelijk hoe ze verbanden zijn.
Maak grote elementen klein.
Je ziet de verbanden dan beter.
Het beschrijven van elementen is dan makkelijker.
Wanneer iets moet veranderen zijn de gevolgen sneller zichtbaar.
Het realiseren blijkt dan ook makkelijker.
Het geheel is minder complex uit omdat je goed kunt zien hoe het in elkaar zit.
Alle elementen zijn verbonden
Alle elementen zijn verbonden
Elk element heeft tenminste een verbinding.
Let erop dat de verbindingen de zelfde richting uitgaan.
De richting van de verbindingen toont de afhankelijkheid.
Zo kun je snel zien of het model correct is.
Vermijd meerdere verbindingen tussen twee dezelfde elementen.
Alles gaat een kant op.
Extra elementen om te ontkoppelen.
Wanneer dat nodig is voeg dan extra elementen toe.
Zo kun je nauwkeurig bijhouden hoe elementen met elkaar verbonden zijn.
Je kunt dan altijd vanuit element zien hoe het element wordt gebruikt of andere elementen nodig heeft.