Navigatie volgende
Een informatieanalyse beschrijft meestal hoe informatie tot stand komt en wat je moet doen om de informatie samen te stellen.
Gegevens worden samengebracht en bewerkt en zo ontstaat informatie.
Je moet van alles doen om de gegevens bij elkaar te brengen en er informatie van te maken.
De aanpak volgens "Analyseren kun je leren" is met korte eenvoudige zinnen beschrijven wat gedaan moet worden. In die beschrijving hebben werkwoorden een belangrijke rol.
Een voorbeeld:
Door werkwoorden en zelfstandige naamwoorden beschrijf je het gedrag van een informatiesysteem. De beschrijving bevat eenvoudige zinnen die makkelijk zijn aan te passen. In he bovenstaande voorbeeld staat de tekst 'Ontvangen doos'.
Het werkwoord staat vooraan om te beschrijven dat iets van 'buiten het systeem' komt. De ontvanger krijgt te maken met een gebeurtenis waardoor een 'Doos ontvangen moet worden'. De reactie van de ontvanger is 'Doos ontvangen'. Dit leidt tot een situatie die je beschrijft als 'Doos is ontvangen'.
Omdat de voltooid verleden tijd van 'ontvangen' gelijk is aan het werkwoord is dit voorbeeld wellicht verwarrend. Bij het werkwoord 'leveren' is dit duidelijker.
De koerier moet de gebeurtenis 'Leveren doos' laten plaatsvinden. Hij doet dit met de reactie 'Doos leveren' en de situatie is dan 'Doos is geleverd'.
De applicatie VVMM (Verhalen vertellen met modellen) past deze conventie toe om elementen binnen het model af te leiden. Het gevolg is dat de specificaties bestaan uit eenvoudige goed leesbare korte zinnen.